Frituren, makkelijk en snel

Frituren staat bekend als een gemakkelijke en snelle bereidingswijze. Je dompelt het eten een aantal minuten onder in vet bij temperaturen boven de 170 graden celsius en er vormt zich een goudbruin korstje. Niet alleen friet wordt gefrituurd, ook oliebollen worden gebreid met een frituurpan. Voordat je begint met frituren moet je wel een aantal keuzes maken, namelijk welke frituurpan je gebruikt en in welk vet je frituurt.

Wat kun je bereiden met een frituurpan?

• Friet, voorgebakken of vers geneden aardappelen
• Frikandellen, kroketten, bitterballen
• Oliebollen
• Visfilet
• Loempia's
• Donuts

Wat kun je niet bereiden met een frituurpan?

Alles wat niet goed rauw te eten is, kun je niet bereiden in een frituurpan, in de frituurpan blijft de binnenkant namelijk rauw. Er vormt zich een krokant korstje aan de buitenkant, waardoor de binnenkant niet meer te garen is. Je kunt dus geen biefstuk, kipfilet en slavink frituren.

Voorbereiding

Voordat je iets wilt frituren, moet je natuurlijk zorgen dat je een goede frituurpan in huis hebt. Ook moet je een goede keuze maken in welk frituurvet je gebruikt.

Er zijn 3 typen frituurvet:

• Plantaardige olie: Dit is een mengsel van verschillende oliën en is dus vloeibaar.
• Vloeibaar frituurvet: Ook dit is gemaakt van plantaardige oliën en door de samenstelling is dit frituurvet zeer geschikt om mee te frituren. Vloeibaar frituurvet bevat onverzadigde vetzuren en verzadigde vetzuren.
• Vast frituurvet: Dit frituurvet wordt gemaakt van geharde plantaardige oliën, zoals palmolie en soja-olie en van dierlijk vet. Vast frituurvet bevat meer verzadigde vetzuren dan vloeibaar frituurvet.

Vervanging van frituurvet

Voordat je gaat frituren, moet je eerst kijken of je frituurvet aan vervanging toe is. De richtlijn is dat je frituurvet vervangt na ongeveer 7 keer gebruiken. Ook kan de kleur een indicatie zijn om het frituurvet te vervangen, hoe zwarter, hoe meer vet is omgezet in koolstof. Koolstof is kankerverwekkend, dus zorg er voor dat het frituurvet niet zwart is wanneer je het gebruikt. Vloeibaar frituurvet kun je het beste via een trechter in de oude fles terug gieten, de gevulde fles kan vervolgens bij het restafval. Gestold vast frituurvet kan gedeponeerd worden bij het groene afval. Spoel frituurvet nooit door de wc.

Voordat je je producten in de opgewarmde frituurpan legt, moet je zorgen dat er zoveel mogelijk ijs van de producten af is, om te voorkomen dat het gaat spetteren.

Zo zorg je dat je producten zo min mogelijk vet opnemen

• Zorg dat de temperatuur van de frituurpan op 175 graden staat, op deze temperatuur nemen de producten zo min mogelijk vet op. De tijd dat zich hier een korstje vormt is hier zo optimaal mogelijk. Een lagere temperatuur zorgt ervoor dat het te lang duurt voordat er zich een goudbruin korstje vormt, waardoor de producten te veel vet op kunnen nemen.
• Vet wordt opgenomen aan het oppervlak van de producten, dikke frieten nemen dus naar verhouding minder vet op dan dunne frieten.
• Zorg voor een verhouding van 1:10, dus voor 2 liter frituurvet kan je ongeveer 200 gram friet tegelijk bakken. Wanneer je een grotere hoeveelheid friet tegelijkertijd laat frituren, duurt het langer voordat er een korstje ontstaat en nemen de producten dus meer vet op.

Als je bij temperaturen boven de 180 graden frituurt...

Wanneer je frituurt bij temperaturen boven de 180 graden frituurt, zullen suikers en eiwitten, welke voorkomt in onder andere friet, omgezet worden in acrylamide. Het is aangetoond dat acrylamide bij proefdieren kankerverwekkend is. Onderzoekers hebben onderzocht dat het bij mensen de kans op eierstok- en baarmoederkanker vergroot. Ook is het bewezen dat wanneer je rauwe gesneden aardappelen enige tijd in heet zout water met een scheutje azijn legt, voordat je het frituurt, er 60% minder acrylamide wordt gevormd.

Wanneer je frituurt boven de 220 graden, zullen de onverzadigde vetzuren van plantaardige oliën omgezet worden in transvetzuren. Transvetzuren zijn zeer schadelijk voor je gezondheid, ze verhogen de kans op hart en vaatziekten.