Pannenkoeken - Limburgse en Bretonse pannenkoeken

Iedereen kent de pannenkoek wel, veel kinderen zijn er dol op. Een pannenkoek is een gerecht dat wordt gemaakt van bloem, ei en melk en een klein beetje zout. Vroeger werd er in plaats van bloem vaak een mengsel gebruikt van half boekweitmeel en half bloem. Vaak wordt een pannenkoek gegeten met poedersuiker, stroop of jam. Maar in de pannenkoekenrestaurants kun je veel meer verschillende varianten vinden... bijvoorbeeld de Limburgse of Bretonse Pannenkoeken?!?

Limburgse pannenkoeken

Voor 6 à 8 pannenkoeken:

• 125g tarwemeel
• 2 eieren
• 3 dl volle melk
• 30g gesmolten boter
• 1 snufje zout
• 4 el suiker
• 3 borrelglaasjes heidebitter of brandewijn
• plantaardige olie of boter om te bakken

1. Zeef het meel in een kom en maak een kuiltje in het midden. Breek er de eieren in en voeg er al roerend de melk bij.
2. Voeg er de gesmolten boter, het zout, 2 el suiker en één borrelglaasje heidebitter of brandewijn toe.
3. Meng alles tot een glad beslag.
4. Dek de kom af met een theedoek en laat een halfuur rusten.
5. Doe wat boter of olie in een koekenpan en laat heel heet worden. Verdeel een dunne laag beslag over de bodem door de pan in alle richtingen schuin te houden.
6. Bak de pannenkoek op een matig vuur. Draai ze om zodra de rand begint te kleuren en bak ook deze kant goudbruin.
7. Bak vervolgens de rest van het beslag en houd de pannenkoeken warm op een vuurvaste schotel in de oven.
8. Smelt 4 el boter in een steelpannetje.
9. Voeg er de resterende twee el suiker aan toe en laat lichtjes karameliseren (laat de suiker smelten tot hij een bruine kleur heeft.
10. Serveer 1 pannenkoek per bord en garneer met 2 tl van deze saus. Besprenkel met een beetje heidebitter of brandewijn en flambeer.

Bretonse pannenkoeken

Voor circa 12 pannenkoeken:

• 250g tarwemeel
• 3 eieren
• 1 snufje zout
• 2 el vanillesuiker
• 1/3 l volle melk
• 40g gesmolten boter
• 5 appelen
• plantaardige olie of boter voor het bakken
• poedersuiker
• 1 borrelglaasje calvados

1. Zeef het meel in een kom, maak in het midden een kuiltje en breek er de eieren in. Meng alles goed door elkaar.
2. Doe het zout, de vanillesuiker en een vijftal eetlepels melk bij. Meng verder met een spatel en voeg er geleidelijk de rest van de melk aan toe.
3. Doe er tenslotte de gesmolten boter bij en meng nog eens goed.
4. Bedek de kom met een theedoek en laat het beslag een halfuur rusten.
5. Schil de appelen en verwijder het klokhuis. Snijd het fruit in dunne schijfjes en voeg dit bij het beslag.
6. Verhit wat olie of boter in een koekenpan en verdeel een dunne laag beslag over de bodem door de pan in alle richtingen schuin te houden. Zorg ervoor dat er vier appelschijfjes per pannenkoek worden meegebakken. Bak de pannenkoeken op een matig vuur.
7. Draai de pannenkoek om zodra de rand begint te kleuren en bak ook deze kant goudbruin. Doe hetzelfde met de rest van het beslag.
8. Leg op elk bord 2 pannenkoeken, bestrooi ze licht met poedersuiker en besprenkel met wat calvados.
9. Flambeer de pannenkoeken (hierdoor verdwijnt de alcohol) en dien onmiddellijk op.